Wie langs Dunlop Enerka loopt zal in de merkwaardige gevel de voormalige molen De Nijverheid nog kunnen herkennen. De stellingmolen is in 1850 gebouwd in opdracht van kalkbrander-koopman Johannes Engberts van der Meulen.
Uit lijn- en raapzaad, dat werd aangevoerd over de Drachtstervaart, werd olie geperst, terwijl van de restanten van het zaad veekoeken werden gemaakt. In 1868 werd de molen door de nieuwe eigenaar Wijtze Oenes van der Meer voorzien van een stoommachine, waardoor de wieken nutteloos werden. Maar de tijden werden slechter en Van der Meer deed het bedrijf na enkele jaren weer van de hand. De nieuwe eigenaren, de familie Van der Meij, verwijderde in 1891 de wieken. Op de ochtend van 31 mei 1903, pinksterzondag, werd het hele pand door brand verwoest. Het was een van de meest spraakmakende branden in de geschiedenis van Drachten, die op de vrije dag veel publiek trok. Het pakhuis ging volledig verloren, evenals de woning van de machinist. Alleen een hoge schoorsteen en enkele muren van het hoofdgebouw stonden uiteindelijk nog overeind, de laatste restanten zijn nog altijd in de buitenmuur te herkennen.
De stoomolieslagerij werd herbouwd en in 1920 werd overgestapt op de fabricage van drijfriemen. Als NV Nederlandse Balata Industrie specialiseerde het bedrijf zich in het berubberen van brandslangen. In 1963 werd de naam gewijzigd in Nederlandse Rubber en Kunststoffen Industrie, afgekort Enerka. De fabriek produceert nu als Dunlop Ener ka transportbanden die over de hele wereld worden geëxporteerd.