Boornbergum Easterbuorren 50
De pastorie bij de Gereformeerde Kerk is in 1894 gebouwd door aannemer K.A. Tolman uit Beetsterzwaag.
De pastorie bij de Gereformeerde Kerk is in 1894 gebouwd door aannemer K.A. Tolman uit Beetsterzwaag.
De kleine groep gereformeerden die zich in 1836 afscheidde van de hervormden voegde zich eerst bij Oudega en later bij Drachten.
In 1930 werd dit woonhuis met bedrijfsgedeelte gebouwd en het is een typerend voorbeeld van de populaire bouwstijl tussen de beide Wereldoorlogen.
Een keuterij wordt dit genoemd, of een Wâldhûske. Het is een kenmerkend woningtype voor dit deel van de Friese Wouden.
Dit is de tweede boerderij met de naam Heidekamp. De eerste werd in 1927 gebouwd in opdracht van de kerkvoogdij van de Nederlandse Hervormde kerk van Nijega.
Het waterrijke gebied rond De Veenhoop telde talrijke bruggen. Dit is een van de weinige die gespaard bleven.
De voetbrug in de Slûswei werd in 1926 nodig toen de Boornbergumervaart werd aangesloten op de Ringvaart.
De boerderij is genoemd naar Johannes Benedictus Kan, tussen 1926 en 1929 minister van Binnenlandse Zaken en Landbouw in het eerste kabinet De Geer.
De boerderij is genoemd naar Jhr. Mr. Ch. C.M. Ruys de Beerenbrouck, die van 1929 tot 1933 zijn derde kabinet leidde (de eerste twee regeringen leidde hij tussen 1918 en 1925).
Nu een restaurant, eerder een café, maar oorspronkelijk bedoeld als brugwachterswoning is dit het eerste huis dat gebouwd werd in de Groote Veenpolder in Opsterland en Smallingerland
Tussen de beide Wereldoorlogen in de twintigste eeuw werd het uitgeveende gebied ten westen van Drachten in ontwikkeling gebracht als landbouwgrond.
De Kapelkerk is sinds de bouw in 1926 gaaf en ongewijzigd gebleven. Dat kan niet worden gezegd van de gebouwde omgeving.
Haike Pieters van der Werff (1814-1880) werd hier in 1843 hellingbaas op de voormalige Roordawerf en zijn nazaten bouwen er nog altijd schepen.
Deze woning aan de Burgemeester Wuiteweg is met de levens van veel Drachtsters verbonden.
De Gereformeerde Kerk van Drachten was in de jaren zestig van de vorige eeuw de grootste van Nederland.
Het opvallendste element aan dit huis is de veranda aan de rechterzijde.
De Zuiderbegraafplaats was tot 1743 het kerkhof bij de 15e eeuwse dorpskerk van Zuider-Dragten.
De Gereformeerde Kerk van Drachten was in de jaren zestig de snelstgroeiende van Nederland. Dat leidde in 1964 tot de bouw van de Fonteinkerk in de wederopbouwwijk De Swetten.
Drachten bezit een echte Rietveld met deze bungalow aan de Folgeralaan, die in 1960 in opdracht van het Protestants Ziekenhuis is gebouwd voor kinderarts Jan Lighthart.
De Drachtster architect Cees Rienks de Boer ontwierp ook deze Folgerahoeve.
De gemeente Smallingerland liet na de Tweede Wereldoorlog aan de Gauke Boelensstraat en de J.M. Houwenstraat in totaal vijftien Oostenrijkse woningen bouwen.
Dit woonhuis met magazijn is gebouwd in 1954, naar een ontwerp van de bekende Drachtster architect Cees Rienks de Boer.
Kenmerkend voor de architectuur in de periode tussen beide Wereldoorlogen, het interbellum, is de nadruk op de kap.
De dienstwoning voor de directeur van de Rijks HBS is ontworpen door de toenmalige rijksbouwmeester voor onderwijsgebouwen, J.A. Vrijman.
De boerderij It Noard is ontworpen door architect G.M. van Manen in opdracht van H.R. de Boer.
De boerderij van het dwarshuistype is rond 1875 gebouwd, in opdracht van Sipke Durksz. In het begin van de twintigste eeuw zijn op het erf nog schuren bijgebouwd.
De boerderij op de gemeentergrens tussen Smallingerland en Opsterland is in 1880 gebouwd als onderdeel van een adellijk landgoed van de familie Van Harinxma thoe Slooten uit Beetsterzwaag.
Burgemeester B. Hopperus Buma liet in 1948/'49 dit woonhuis voor zichzelf bouwen.
De conciërgewoning bij de Rijkslandbouwwinterschool staat aan de Houtlaan, op enige afstand van het hoofdgebouw.
Aan de rand van het oude dorpscentrum werd druk gebouwd in de na-oorlogse wederopbouwjaren.
Ondernemer Douwe Beintema gaf in 1958 opdracht tot de bouw van deze winkelflat aan de J.G. van Blomstraat, de eerste in Drachten.
De bouw van dit woningtype – zie ook de woningen 'om de hoek' aan de Gauke Boelensstraat – werd gepropageerd door het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting.
Het bestuur van de grietenij Smallingerland zetelde eeuwenlang in Oudega. In de Franse tijd was de grietenij opgesplitst in een aantal mairies, waarvan eentje werd bestuurd vanuit Opeinde.
Wie langs Dunlop Enerka loopt zal in de merkwaardige gevel de voormalige molen De Nijverheid nog kunnen herkennen.
De tabaksfabricage is een belangrijke industrietak geweest voor Drachten.
In 1963 nam Kingma's Bank dit nieuwe pand in gebruik, een ontwerp van Architectenbureau Van Manen en Zwart.
Vanaf het begin van de negentiende eeuw is deze boerderij meer dan honderdvijftig jaar in het bezit geweest van de familie Durksz.
Deze woning hoort bij het bedrijfsgebouw van Schuil op nummer 81 en de woning op 85. Met zijn drieën vormen ze een functionele en ruimtelijke eenheid.
Ondanks de beperkte budgetten en het grote tekort aan bouwmaterialen werd er vlak na de Tweede Wereldoorlog in Nederland gebouwd met een grote variatie in de vormgeving en materiaaltoepassing, naast een zorgvuldige detaillering.
Directeur S. Schuil uit Leeuwarden liet in 1951 naast zijn pasgebouwde duimstokkenfabriek N.V. Schuil deze nieuwe woning voor zichzelf bouwen.
In de jaren dertig van de vorige eeuw zette de Rooms-Katholieke kerk de aanval in op de onkerkelijkheid in de Friese Wouden.
B.K. de Boer liet in 1959 dit winkelpand met bovenwoning uit het begin van de twintigste eeuw grondig verbouwen, naar een ontwerp van Architectenbureau Van Manen en Zwart.
Cees Rienks de Boer ontwierp in 1933 dit woonhuis met kantoor voor Douwe Jan de Vries, eigenaar van een administratiekantoor, deurwaarder, makelaar/taxateur, rentmeester en kassier voor de Boerenleenbank van Nijega-Opeinde.
Meerdere grote verbouwingen en diverse restauraties gedurende de negentiende eeuw resulteerden in 1900 in de boerderij van het kop-romptype met dwarshuis en zijlangsdeel, die er na ruim honderd jaar nog steeds staat.
De watertoren aan de Noorderhogeweg is ontworpen door de Leeuwarder architect en rijksbouwmeester J.J.M. (Jo) Vegter (1906-1982).
Een bijzonder element in de vrijwel aaneengesloten bebouwing van de Noordkade is dit poortje, mogelijk uit de achttiende eeuw.
Johannes Hendriks van der Meulen (1840-1924) liet in 1869 dit herenhuis bouwen. Van der Meulen was kalkfabrikant en handelaar in agrarische producten en zou later jarenlang lid zijn van de Friese Staten, als landbouwdeskundige.
De directie van de N.V. Nederlandse Balata Industrie gaf vlak na de Tweede Wereldoorlog het Leeuwarder ArchitectenBureau Nieuwland & Van de Vegte opdracht om op de hoek van de Oliemolenstraat en het Moleneind een nieuw, representatief kantoorpand te bouwen.
Architect A. Ensdorf uit Roden ontwierp deze woning bij het bedrijfspand van Wijnalda's Handelsvereniging N.V. aan de Omloop. Hij koos voor een transparante e op het zuiden georiënteerde voorgevel en een in donkere baksteen opgetrokken schoorsteen, die sterk contrasteert met de witte zijgevel.
De oorspronkelijke pastoriewoning van de Hervormde Gemeente in Drachten stond vanaf 1743 aan de Noordkade, tegenover de Grote Kerk.
De naam Tine Talman is onlosmakelijk verbonden met dit gebouw, dat in 1923 is gebouwd als wijkcentrum en consultatiebureau.
De Rooms-Katholieke aan de Pier Panderstraat is een voorbeeld van een moderne inloopkerk, zoals die door de overheid na de Tweede Wereldoorlog werd gepropageerd
Het woonhuis op de hoek van de Pier Panderstraat en de J.M. Houwenstraat is in 1953-'54 gebouwd voor J.G. Sietzema, naar een ontwerp van het Leeuwarder architectenbureau Meek.
Het huis is samengesteld uit een hoofdvolume met de woonvertrekken en een garage. De delen zijn met elkaar verbonden door een tussenlid, waarin de hoofdentree is opgenomen.
De Vereniging voor Christelijk Lager Onderwijs voor Dragten en Omstreken liet in 1922 deze school bouwen voor het geven van Uitgebreid Lager Onderwijs (ULO).
Op de Noorderbegraafplaats stond rond 1300 het kerkje van Noorder-Dragten. Het werd in 1743 afgebroken, toen aan de Drachtstervaart tussen de beide dorpen in een nieuwe Grote Kerk werd gebouwd.
In 1871 werd dit herenhuis gebouwd als pastorie naast de Noorderkerk, ter vervanging van de boerderij die sinds 1844 als zodanig dienst had gedaan.
Apotheker G.A. de Raadt gaf in 1909 opdracht tot de bouw van dit herenhuis, waarin ook de apothekersruimten werden ondergebracht. De plaatselijke timmerman-aannemer H. Hendriks ontwierp en bouwde een bouwlaag, met daarachter een vrijstaand koetshuis met paardenstal.
Onlangs heeft B&W van de Gemeente Smallingerland het gebouw van de voormalige Rijkskweekschool aan de Torenstraat 14 in Drachten aangewezen als gemeentelijk monument. Het verzoek daartoe is enkele jaren gelden door Smelne’s Erfskip gedaan. Een belangrijk argument hiervoor was dat het gebouw, samen met de Rijkslandbouwwinterschool (rijksmonument) en het verenigingsgebouw Pro Rege (gemeentelijk monument), een belangrijk en zeer herkenbaar onderdeel vormt van de bebouwing aan de Torenstraat.
Dit gebouw is al sinds 1953 in gebruik als kerkzaal, maar het is in 1924 naar een ontwerp van architect Tj. Van der Kooi gebouwd als verenigingsgebouw met conciërgewoning voor de Christelijke Belangenvereniging Pro Rege.
Architect Cees Rienks de Boer ontwierp deze woning met huisartsenpraktijk in 1928 in opdracht van huisarts B. Wartena. De dokterswoning past binnen het oeuvre van De Boer, die ook hier de karakteristieke stijl van de Interbellumarchitectuur toepaste.